De kunst

​In 2003 heeft beeldend kunstenaar Marcel Blekendaal de polderwachter in het Hollandse landschap geïntroduceerd. Tot zijn andere werkzaamheden behoren grote, tijdelijke bouwwerken en tot de verbeelding sprekende acties…

Opleiding

Marcel Blekendaal heeft zijn opleiding gehad aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag. Hij begon op de afdeling Architectonische vormgeving maar studeerde af als beeldhouwer met autonome ingrepen in architectonische ruimtes; een mooie combinatie van beide opleidingen. Daarna heeft hij gestudeerd aan het Sandberg Instituut, de 2de fase opleiding van de Rietveld Academie in Amsterdam. In 1997 behaalde hij daar zijn Masters-diploma.

Kunstwerken

De werken die hij na zijn opleiding heeft gemaakt waren altijd een reactie op de plek waar zij stonden. Zonder plek geen werk. Met zijn beelden wilde hij de bezoeker beter om zich heen laten kijken. Bijvoorbeeld met het werk in Pulchri Studio’s in Den Haag waarbij hij tijdens een schilderijententoonstelling een kopie heeft gemaakt van een van de wanden van de galerie waardoor de drager van de kunstwerken voor één keer zelf het kunstwerk werd. Of met de kopie van de toegangspoort naar het Historisch Museum in Amsterdam die ‘klaar voor installatie’ op het binnenplein was gelegd. Waarna het publiek op zoek ging naar de plek waar deze nieuwe poort moest worden geplaatst en het object gebruikte als fotolijstje.

Thema’s

Toen hij zich vestigde in Maarssen heeft hij een aantal grote projecten gedaan waarmee hij aandacht genereerde voor thema’s in landschap en geschiedenis. Zo heeft hij een voorstel gedaan voor een nieuwe brug over het Amsterdam-Rijnkanaal tussen Maarssen en Maarssenbroek die tegelijk kon dienen als nieuw dorpsplein. En met het VOL (Voorheen Opmerkelijke Leegte) project heeft hij de bevolking mee laten denken over een alternatieve invulling van twee nieuwbouwwijken.

Met zijn voorstel voor het aanleggen van een metrolijn in de nieuwe samengevoegde gemeente Stichtse Vecht, compleet met artikelen in de lokale media, vroeg hij aandacht voor de Open Monumentendag en bij het Bunkerpimp-project werden de groepsschuilplaatsen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie kunstig gecamoufleerd. Deze groepsschuilplaatsen hebben nog altijd zijn aandacht: hij is bestuurslid van de stichting Piramides in de Polder en samen met beeldend kunstenaar Pet van de Luitgaarden heeft hij een voorstel gedaan om met ‘de Bunkerberg’ de 200 verdwenen groepsschuilplaatsen terug te laten keren…

In het themajaar 2021 ‘ode aan het landschap’ heeft hij naast de ‘polderwachter’ waarmee hij een constante ‘ode aan het landschap’ brengt, ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie onder de aandacht van het publiek gebracht. Op ludieke wijze natuurlijk. Hij heeft een vierkante meter van zijn thuisbasis fort Maarsseveen op de bakfiets geladen en is daarmee rond gaan fietsen. Om het publiek kennis te laten maken met dit nieuwe stuk Werelderfgoed en omgekeerd: om het fort kennis te laten maken met zijn omgeving. Na afloop van de expositie is de vierkante meter in bruikleen gegeven aan buitenplaats Doornburgh in Maarssen en bij het gat op het fort staat een bordje: ‘landschap tijdelijk afwezig’…

Oorsprong van ‘de polderwachter’

De polderwachter komt voort uit een onderzoeksopdracht uit 2003: ‘zijn er zangsporen in de Venen?’ Hierbij is aan een aantal kunstenaars gevraagd om op zoek te gaan naar de zangsporen in dit herinrichtingsgebied. Zangsporen verwijst naar de cultuur van de aboriginals. Door middel van gezongen overleveringen leren zij hun land kennen en dragen zij die op hun beurt weer over op de volgende generatie. Elke plek, heuvel, bosje of waterpoel heeft zijn eigen geschiedenis en betekenis. Dat geldt ook voor het Hollandse landschap. “Maar als ik die verhalen vertel als kunstenaar dan geloven de mensen mij niet. Dus heb ik een mooie titel bedacht die autoriteit uitstraalt: De Polderwachter!” Een nieuw beroep als wandelend kunstwerk.