Pas op!

Geschreven door de Polderwachter

Geschreven door de Polderwachter

Share on facebook
Share on linkedin
Share on email

“Pas op, dit bruggetje kan glad zijn”. Of bij het polsstokspringen: “Let op dat je aan de overkant
naar voren valt en niet naar achteren. Want dan heb je alsnog een nat pak”. Of: “Stap niet in de
BBB (brandnetel, braam en berenklauw)”. Allemaal waarschuwingen die ik in de meer dan duizend wandelingen die ik in de afgelopen twintig jaar vele malen heb gegeven. Of de veruit meest gebruikte: “Pas op, hondenstront”!

Als natuurgids ben je tot op zekere hoogte verantwoordelijk om de groep langs de gevaren in de
Hollandse natuur te loodsen. Ik probeer de laatste tijd ook steevast het gevaarlijkste dier van
Nederland een plek te geven met de waarschuwing: “Vanavond na de wandeling even teken-
controle uitvoeren als je onder de douche staat!”
Maar de teek wordt bedreigt in zijn status van ‘gevaarlijkste dier van Nederland’. Door de wolf. Nou valt het aantal slachtoffers dat beide gemaakt hebben nog volstrekt niet te vergelijken. Bij
menselijke slachtoffers ligt de teek ver voor en voordat de wolf de hond heeft ingehaald wat betreft gedode schapen zijn we ook nog heel wat boze boeren bestuurders verder. (De efficiëntie van de vleesverwerkende industrie van de mens laten we buiten beschouwing want dat maakt deze slacht-wedstrijd heel oneerlijk). Maar de wolf heeft nou eenmaal het imago van bloeddorstige moordenaar.

Hij komt al jaren voor in mijn verhaaltjes. In het begin alleen in een sprookje, als VW, Vriendelijke Wolf. Hij zat er aan te komen en ik deed mee met een campagne om zijn slechte imago wat op te poetsen. “Als je opgegeten bent door een wolf kom je er ook weer levend uit” bracht ik aan de man. Geïnspireerd op Rood Kapje, haar oma en de zes geitjes (de zevende zat in de klok).
Maar toen was hij er: de eerste wolf. Ik paste mijn verhaal een beetje aan. Ik gaf hem een rol in het wildbeheer in onze natuur. “Als een wild rund z’n poot breekt, hoort daar eigenlijk een wolf
bovenop te zitten om er netjes een eind aan te maken. Maar we hebben nog niet voldoende
wolven om ons hele wildbeheer te doen. Dus dan schiet de boswachter die gewonde beesten er
uit”. Wat de natuur betreft: welkom wolf.

De laatste stand van zaken is dat we ondertussen tien wolvenroedels in Nederland hebben. Dus
het gaat goed. Maar ze houden zich helaas niet helemaal aan onze natuurbeheerregels: Om
alleen het beheer te doen in natuurgebieden die als zodanig zijn aangemerkt. Nee, natuurlijk niet.
Een paar makke schapen in een afgesloten ruimte is natuurlijk een veel makkelijker prooi (met
dank aan de efficiëntie van de vleesverwerkende industrie) dan een hert in het wild. U gaat toch ook geen varken slachten terwijl je ook zo bij de Mac naar binnen kan driven?
Maar goed: terug naar de wolf. Natuur prikt, jeukt en stinkt, maar als de natuur je ook om gaat
duwen, laat staan opvreten, dan wordt het wel heel spannend… En spannend is leuk, maar het
moet wel veilig blijven. Dus de wolf moet gezenderd of gepaintbalt. Of de veiligste variant:
afgeschoten.
Het alternatief is dat we ons beeld van de natuur gaan aanpassen. Dat we weer wennen aan het
feit dat er soms dingen mis gaan. Dat je te water kan gaan bij het polsstokspringen, dat je kan
worden gestoken door een mug of een teek en dat je in botsing kan komen met een wolf. Of met
een kudde koeien…

Ik pleit voor dat laatste. Dus aan ons, natuurgidsen om de mensen niet alleen te wijzen op de
mooie plantjes en diertjes, maar ook op de gevaren (groot en klein, wolf en teek) in de natuur. Dat je niet met je hond door een kudde koeien moet gaan wandelen, dat je na een wandeling ’s avonds even een teken-controle moet doen en dat je een wolf met rust moet laten. Geen voer, geen selfies.

De mens staat niet meer alleen bovenaan de Hollandse voedselketen. De wolf staat naast ons.
Pas op!

Meer berichten